Post by Mary Woods on Feb 8, 2009 16:08:34 GMT 1
In de tuin was het opmerkelijk stil.
Ik liep verder en keek om de hoek.
Er was niemand te zien.
Ik rende over het lange pad waar ik eerder overheen was geweest die nacht.
"Hier was Carmen de hoek omgegaan..." Dacht ik en ik dook het steegje in.
Het was zo donker dat je geen hand voor ogen kon zien.
Ik tastte in het rond en voelde een toorts aan de muur.
Ik liep wat verder tot ik wat licht zag.
Alleen een klein lantaarntje.
Ik sloeg met de bovenkant van de toorts door het ruitje van de lantaarn.
De toorts brandde en nu zag ik waar ik ongeveer was.
Lichte muren naast me met kleine ramen en tralies ervoor.
Geen goede buurt.
Het leek wel uitgestorven zo stil was het.
'Carmen...?' Riep ik zacht en daarna wat harder.
'Carmen?! Ben je hier ergens?'
Ik hield de toorts wat voor me uit zodat ik wat meer zag.
Er liep een rat door de steeg heen, maar verder niets.
Toen ik een stap verder deed, werd ik vast gegrepen van achter.
'Vast geen Carmen...' Mompelde ik en draaide me om.
Flint.
Er ging een schok door me heen.
'Zo zo... je zoektocht gaat ook door slechte buurten hea? Je moet oppassen hoor, straks komen er enge mannen.' Zei hij met een gemene grijns.
Ik rukte me los en keek hem fel aan.
'Laat me met rust...'
Flint lachte schamper.
'Het meissie wordt boos...!'
Hij keek achterom waar twee van zijn wachters stonden.
Daarna gaf hij me een duw.
'Enge mannen zijn heel gevaarlijk weet je...?'
Flint duwde wat harder zodat ik struikelend naar achter liep en viel.
De toorts was op de grond gevallen en brandde nog maar licht.
Ik zag dat Flint zijn pistool wilde pakken, maar hij keek verbaasd.
Er zat niks in zijn holster.
Ik keek hem grijnzend aan.
'Die heb ik...' Zei ik en haalde het pistool onder mijn riem vandaan.
Ik richtte hem op Flint.
Voor het eerst zag ik Flint bang kijken.
Raar gezicht.
Toen ik de trekker overhaalde keek hij even naar zijn twee wachters.
Die stonden klaar met hun zwaarden, maar hadden geen pistool.
Ik keek even snel achter me, maar dat had ik beter niet kunnen doen.
Eén van de wachters had Flints pistool uit mijn hand getrapt en weggeschopt.
Flint graaide naar zijn zwaard.
'Rotwijf...' Siste hij en keek naar mijn hand met zíjn zwaard.
De wachters kwamen op me af, en ik rende tot het einde van het steegje.
Daar ging ik weer een hoek om en ik kwam uit op een pleintje.
Ik zag Flint ook komen, nadat de wachters uit het steegje waren.
Opeens zag ik dat een wachter kreunde en neerviel.
Hij had een lang mes in zijn rug.
Achter de dode wachter stond Alano.
'Alano kijk uit!' Riep ik.
Hij dook net op tijd weg, want Flint hakte met zijn zwaard precies op de plek waar Alano eerst stond.
Ik kreeg niet veel rust, want Flint had zich hersteld en kwam achter mij aan.
De wachter die nog leefde was nu in gevecht met Alano.
Zo snel als ik kon klom ik de trap op die naar het dak van een huis leidde.
De zowat schuimbekkende Flint achter me hoorde ik hijgen.
"Oh shit...'' Dacht ik toen ik zag dat er geen weg terug was.
Nu kon ik alleen maar over de daken heen.
Ik liep verder en keek om de hoek.
Er was niemand te zien.
Ik rende over het lange pad waar ik eerder overheen was geweest die nacht.
"Hier was Carmen de hoek omgegaan..." Dacht ik en ik dook het steegje in.
Het was zo donker dat je geen hand voor ogen kon zien.
Ik tastte in het rond en voelde een toorts aan de muur.
Ik liep wat verder tot ik wat licht zag.
Alleen een klein lantaarntje.
Ik sloeg met de bovenkant van de toorts door het ruitje van de lantaarn.
De toorts brandde en nu zag ik waar ik ongeveer was.
Lichte muren naast me met kleine ramen en tralies ervoor.
Geen goede buurt.
Het leek wel uitgestorven zo stil was het.
'Carmen...?' Riep ik zacht en daarna wat harder.
'Carmen?! Ben je hier ergens?'
Ik hield de toorts wat voor me uit zodat ik wat meer zag.
Er liep een rat door de steeg heen, maar verder niets.
Toen ik een stap verder deed, werd ik vast gegrepen van achter.
'Vast geen Carmen...' Mompelde ik en draaide me om.
Flint.
Er ging een schok door me heen.
'Zo zo... je zoektocht gaat ook door slechte buurten hea? Je moet oppassen hoor, straks komen er enge mannen.' Zei hij met een gemene grijns.
Ik rukte me los en keek hem fel aan.
'Laat me met rust...'
Flint lachte schamper.
'Het meissie wordt boos...!'
Hij keek achterom waar twee van zijn wachters stonden.
Daarna gaf hij me een duw.
'Enge mannen zijn heel gevaarlijk weet je...?'
Flint duwde wat harder zodat ik struikelend naar achter liep en viel.
De toorts was op de grond gevallen en brandde nog maar licht.
Ik zag dat Flint zijn pistool wilde pakken, maar hij keek verbaasd.
Er zat niks in zijn holster.
Ik keek hem grijnzend aan.
'Die heb ik...' Zei ik en haalde het pistool onder mijn riem vandaan.
Ik richtte hem op Flint.
Voor het eerst zag ik Flint bang kijken.
Raar gezicht.
Toen ik de trekker overhaalde keek hij even naar zijn twee wachters.
Die stonden klaar met hun zwaarden, maar hadden geen pistool.
Ik keek even snel achter me, maar dat had ik beter niet kunnen doen.
Eén van de wachters had Flints pistool uit mijn hand getrapt en weggeschopt.
Flint graaide naar zijn zwaard.
'Rotwijf...' Siste hij en keek naar mijn hand met zíjn zwaard.
De wachters kwamen op me af, en ik rende tot het einde van het steegje.
Daar ging ik weer een hoek om en ik kwam uit op een pleintje.
Ik zag Flint ook komen, nadat de wachters uit het steegje waren.
Opeens zag ik dat een wachter kreunde en neerviel.
Hij had een lang mes in zijn rug.
Achter de dode wachter stond Alano.
'Alano kijk uit!' Riep ik.
Hij dook net op tijd weg, want Flint hakte met zijn zwaard precies op de plek waar Alano eerst stond.
Ik kreeg niet veel rust, want Flint had zich hersteld en kwam achter mij aan.
De wachter die nog leefde was nu in gevecht met Alano.
Zo snel als ik kon klom ik de trap op die naar het dak van een huis leidde.
De zowat schuimbekkende Flint achter me hoorde ik hijgen.
"Oh shit...'' Dacht ik toen ik zag dat er geen weg terug was.
Nu kon ik alleen maar over de daken heen.