Post by Becky Potts on Sept 2, 2008 21:22:29 GMT 1
Een zacht briesje waaide over mijn gezicht. Langzaam werd ik dromerig en doezelig een beetje wakker. Mijn ogen half dicht geknepen tegen de felle zon.
De zee maakte een kabbelend geluidjen en de palmbomen ruisden achter me
Ik lag in het zand.
Natuurlijk lag ik in het zand..
Langzaam stond ik op en keek vaag om me heen. Naast me lag een lege rumfles
Die was vast van gisteravond.
Of van de dag ervoor.
Ik weet het niet meer.
Dag 7 was aangebroken. De 7e dag dat ik, Becky Potts, nog lang niet gevreesde piraat met een somber en zielig klein reputatietje, op dit stomme stinkende rottende eiland vast zat.
Een week geleden was het weer zover. Mijn broer en ik waren zoals gewoonlijk aan het varen. Mike ging aan wal toen we aanlegden en kwam niet terug.
Dus besloot ik met m'n stomme kop zelf een eindje te varen.
En dan drijf je EEN keer af... En dan gebeurd er dit.
Stom stom stomme stroming.
Hik.
Strompelend liep ik een beetje grinnikend langs het strand.
De zon was me al iets teveel geworden, net als de rum...
En nog geen boot te bekennen.
Zuchtend laat ik me weer in het zand vallen. Waarom overkomt mij dit altijd? Waarom kon ik niet gewoon in dat stomme bootje blijven wachten?
En een bootje...
Wacht eens.
Ik tuurde in de verte en mijn gezicht klaarde in een keer op. Witte zeilen. Ik zag witte zeilen aan de horizon!
In een opwelling stond ik op en begon op en neer te springen, nonchalant zwaaiend met mijn armen.
HEEEE HIERZO! JOEHOE! HALLOOOOHOOOOOO!
Weinig zin had het zeker, want het schip was te ver weg.
Een beetje teleurgesteld liet ik mijn armen zakken.
Geweldig. Fantastisch. Echt geweldig, verdomme.
Maar op dat moment zie ik, ergens een beetje vaagjes, twee kleine roeibootjes op me afkomen.
Mijn hoopgevoelens kwamen terug en ik stond weer op. De bootjes naderden en ik moest er een betje om lachen.
Na 7 dagen lijden, met alleen bloedhitte en de flessen rum, werd ik eindelijk gered.
Door 4 mannen met witte pruiken in een roeibootje.
Ik moest weer giechelen om mezelf en de bootjes botste tegen het zand.
De mannen stapten uit, en er kwam een keurig geklede man op me af.
Nog steeds was ik in die afschuwelijke giechelbui, en nu ik die man met zijn witte pruik, honderd lagen kleding en serieuze gezicht zag, kon ik mezelf echt niet meer houden
Ik gierde het uit en viel weer in het zand.
'Milady, ik hoop niet dat we u storen?' zei de man een beetje sarcastisch. Zijn stem was hard en ik ontwaakte een beetje.
'Eh..ja...sorry,' zei ik vlug, en ik stond op.
Mijn laarzen lagen naast me in het zand, mijn broek half afgezakt en mijn blouse half open.
De man keek er eventjes met grote ogen naar, maar herstelde zich.
'Commodore Norrington is de naam, miss. Kunt u me vertellen wat hier gaande is?'
Een beetje verward keek ik hem aan. Ik snapte er even helemaal niks van.. Toen kwam het allemaal terug, de 7 dagen op het eiland, de rum de hitte en de stroming.
Oh ja.
Commodore Norrington wachtte niet op een antwoord en wenkte mij. 'Kom maar mee.'
Gewillig liep ik mee, en ik merkte dat het strand minder recht was als toen ik aankwam.
Ik stapte in een van de roeibootjes en kwam naast een erg charmante soldaat te zitten. Ik knipoogde en de soldaat liep rood aan. Hij schoof meteen een stukje op.
'Mr Reaper, roeien!'
Commodore Norrington was niet in een goede bui, had ik gemerkt.
Ik leunde achterover en genoot van de zon, terwijl ik rustig naar het grote schip The Dauntless werd ge-escorteerd.
Ik dacht aan Michael. Die nu vast weer met een of andere meid aan het vozen was.
Laatst nog, in ons thuisdorpje, had hij er 2 op 1 avond!
Hij was niet zo blij toen ik quasi-per ongeluk zijn kamer binnenkwam met zijn eerste vriendinnetje, terwijl hij met de 2e bezig was.
Ik grinnikte onwillekeurig. Ik hou zoveel van mijn grote broer.
Er werd een lange trap uitgegooit en ik had de eer om als eerste naar boven te klimmen. Ik voelde me redelijk goed en de rum was langzaam maar zeker uit mijn bloed verdwenen.
Ik stond op het dek, wachtend in de zon
Commodore Norrington was inmiddels ook de trap opgeklommen en stond ineens achter me.
Ik draaide me om. 'Is er een probleem, meneer?'
Hij keek me even dreigend aan en greep me toen bij mijn schouder. Hij trok me mee naar binnen.
Een halve seconde schrok ik even, maar ik werd toen woest. Wie denkt hij wel niet dattie is!
'Hee, goorlap, laat me los!' Ik spartelde en trapte, maar helaas was hij ietsje sterker als ik
Door al het spartelen, greep hij mijn schouder nog harder vast. Ik kon nergens heen.
Oke, die schouder kan ik dus morgen echt niet meer bewegen.
'Dit is wat we doen met kleine piratenmeisjes zoals jij!'
Hij opende een celdeur en gooide me naar binnen.
Ik keek hem boos aan en wou weer naar buiten vliegen, maar de deur zat al dicht.
'Klootzak!'
Norrington lachte. 'Wat een taal zeg, voor een dame.'
En daarna beende hij weg.
Daar zat ik dan. Weer vast
Geweldig. Heb ik weer.
Ik gaf boos een keihard trap tegen de deur, waardoor ik het uitgilde van de pijn.
Zuchtend plofte ik weer op de de grond.
'Well good afternoon, luv'
Verschrikt keek ik op.
In de cel naast me zat een man, met vieze drreadlocks in zijn haren en een rode bandana eromheen gewikkeld.
Er hingen bedeltjes in en in zijn baard waren vlechtjes aangebracht.
Zijn vieze witte blouse hing als een vod om zijn lichaam en zijn broek was al niet veel beter.
Hij glimlachte eventjes breed en zijn gouden tanden werden zichtbaar.
Ik keek verbaasd naar hem. 'Wie ben jij?' vroeg ik droog.
De man stond op en liep richting mijn cel. Hij stak zijn neus door de tralies.
'De naam is Captain Jack Sparrow, schatje.'
Ik keek eventjes in zijn donkerbruine ogen. Zijn charmante glimlach deed me echt even smelten van binnen.
Jack grijnsde breed. 'Nou zeg, ik wist dat ik aantrekkelijk was, maar je hoeft niet zo te staren, luv.'
Op dat moment bedacht ik hoe stom ik er wel niet uitzag en ontzettend verlekkerd ik naar zijn prachtige gedaante stond te kijken.
Snel corrigeerde ik mijn blik en liep ook richting de tralies.
'Een eer je te ontmoeten, meneer Sparrow.' Ik grinnikte even.
'Dat is Captain voor jou, meisje.'
Hij draaide zich om en wankelde terug naar zijn oorspronkelijke zitplek