Post by Jamie Woods on May 7, 2009 14:36:55 GMT 1
Mary rolde even met haar ogen, het ging ook zo langzaam. "Opschieten Matt, ik zou het leuk vinden om Jamie vandaag nog te zien." Zei ze droogjes, waarna ze wantrouwig om zich heen keek. Wat Mary niet zag, was dat er een enge glimlach op Mathews gezicht verscheen, en onverwachts draaide hij zich om en sloeg hij het mes uit Mary's hand. Mary stond even als versteend, en voor ze wat kon doen, sloeg Matt haar bewusteloos. Hij sleepte haar naar een cel, en dumpte haar daar, waarna hij breed grijnzend wegliep.
Jamie hield haar kaken stevig op elkaar geklemd, toen "de vieze man", met de rug van zijn hand over haar wang streek. Even keek ze hem met een arrogante blik aan, maar daarna beet ze toe, figuurlijk én letterlijk. Ze had in de man zijn hand gebeten, en was in eerste instantie ook niet van plan geweest om los te laten. De man schreeuwde kwaad, en trok zijn hand terug. Jamies tandafdrukken waren in zijn hand te zien, terwijl Jamie grijnzend naar de man zat te kijken. De man vond dit echter helemaal niet grappig, en verkocht Jamie een harde b*tchclap. Jamie hing er maar slapjes bij, en de man liep weg. Volgende keer beter.
Richardo en Juan liepen over de straten, ze wisten niet waar ze moesten zoeken. Beide waren ze de hele tijd stil geweest. "Uhm.." Begon Richarde droog. "Hoe zit het nou met jou en Jamie?" Vroeg hij rustig. Juan grijnsde, en gaf Richardo een blik die al genoeg zei. "We hebben wat.." Grinnikte hij na een korte stilte. Ze moesten beide lachen. "Laten we de meiden maar gauw gaan redden." Zei Richarde grinnikend. Juan knikte als antwoord.
Het werd inmiddels avond, en nog steeds hadden ze niks gevonden. Ze waren al wat verder het dorpje in, toen ze opeens een kraal zagen liggen. Een waarvan er waarschijnlijk een paar 100 van zaten op Mary's jurk. Deze herkenden ze natuurlijk meteen, aangezien Mary en Jamie er samen een dag mee bezig geweest waren (tevergeefs) om de kralen eraf te rukken. Het resultaat was in één woord te beschrijven geweest; Zielig. De kralen bleven zitten, waarschijnlijk hadden ze nog niet eens de helft erafgekregen, toen ze het opgaven. Hoe dan ook, deze lag voor de deur bij een stoffig, donker huis. Waarschijnlijk een oude gevangenis, die nu zowat leegstond. "Laten we even kijken.." Had Richardo voorgesteld, en beide keken ze door het stoffige raam, dat bedekt was met spinnenwebben. Nu was het duidelijk dat het een oude gevangenis zat, en wat Juan en Richardo duidelijk zagen, was een schim van iemand die op de grond lag. Richardo ging naar binnen, en Juan volgde. "Het is Mary!" Zei Richardo opgelucht, maar aan de andere kant ongerust. Juan had al een bos sleutels te pakken, waarschijnlijk van alle cellen in het krakkemikkig gebouwtje, en probeerde ze een voor een uit op Mary's celdeur, tot deze openging. Mary werd door Richardo omhooggehesen, en op een stoffig krukje gezet. Opeens hoorden ze voetstappen. "Wat mot dat?" Hoorde ze een stem grommen. Juan sprong op, en gaf de man een harde klap. "We hoorden dat hier een slaapfeestje werd gehouden.." En opnieuw sloeg hij de vent, totdat die neerviel. "Waarom nodigde je ons dan ook niet uit?" Vroeg hij daarna droog.
"Op zoek naar Jamie nu.." Zei Juan snel, terwijl hij vast vooruit rende, met Mary en Richardo daarna erachteraan.
Jamie keek om zich heen, ze hoorde vanalles. Ook voetstappen, Matt kwam uit het donker tevoorschijn. Jamie snakte even naar adem, maar keek hem daarna kwaad aan. "Jamie.. Lang niet gezien hè?" Lachte Matt droogjes. "Je hebt je kans al gehad Matt.. Verrader.." Gromde Jamie pissig. "Iedereen verdiend een tweede kans toch?"
"Jij valt niet onder 'Iedereen'" Snauwde Jamie droog. Matt grijnsde. "Laat me nu gaan Matt.. Je bereikt hier niks mee." Zei Jamie dom. Opeens begon Matt Jamie te zoenen, dat gaf Jamie de kans hem een kopstoot te geven, en die kans pakte ze. Matt viel op de grond, met een soort van hersenpudding, en Jamie begon te schreeuwen om hulp.
Juan rende op het geschreeuw af, en na een tijdje zag hij Jamie, vastgebonden en al. Hij haalde de sleutels tevoorschijn, en maakte de boel los. Jamie viel in zijn armen, en slaakte een zucht van opluchting. Grijnzend keek ze over Juans schouder neer op Matt, en daarna naar Mary. Rustig liepen ze met zijn allen terug naar het schip, het was laat, en iedereen was moe.
Jamie hield haar kaken stevig op elkaar geklemd, toen "de vieze man", met de rug van zijn hand over haar wang streek. Even keek ze hem met een arrogante blik aan, maar daarna beet ze toe, figuurlijk én letterlijk. Ze had in de man zijn hand gebeten, en was in eerste instantie ook niet van plan geweest om los te laten. De man schreeuwde kwaad, en trok zijn hand terug. Jamies tandafdrukken waren in zijn hand te zien, terwijl Jamie grijnzend naar de man zat te kijken. De man vond dit echter helemaal niet grappig, en verkocht Jamie een harde b*tchclap. Jamie hing er maar slapjes bij, en de man liep weg. Volgende keer beter.
Richardo en Juan liepen over de straten, ze wisten niet waar ze moesten zoeken. Beide waren ze de hele tijd stil geweest. "Uhm.." Begon Richarde droog. "Hoe zit het nou met jou en Jamie?" Vroeg hij rustig. Juan grijnsde, en gaf Richardo een blik die al genoeg zei. "We hebben wat.." Grinnikte hij na een korte stilte. Ze moesten beide lachen. "Laten we de meiden maar gauw gaan redden." Zei Richarde grinnikend. Juan knikte als antwoord.
Het werd inmiddels avond, en nog steeds hadden ze niks gevonden. Ze waren al wat verder het dorpje in, toen ze opeens een kraal zagen liggen. Een waarvan er waarschijnlijk een paar 100 van zaten op Mary's jurk. Deze herkenden ze natuurlijk meteen, aangezien Mary en Jamie er samen een dag mee bezig geweest waren (tevergeefs) om de kralen eraf te rukken. Het resultaat was in één woord te beschrijven geweest; Zielig. De kralen bleven zitten, waarschijnlijk hadden ze nog niet eens de helft erafgekregen, toen ze het opgaven. Hoe dan ook, deze lag voor de deur bij een stoffig, donker huis. Waarschijnlijk een oude gevangenis, die nu zowat leegstond. "Laten we even kijken.." Had Richardo voorgesteld, en beide keken ze door het stoffige raam, dat bedekt was met spinnenwebben. Nu was het duidelijk dat het een oude gevangenis zat, en wat Juan en Richardo duidelijk zagen, was een schim van iemand die op de grond lag. Richardo ging naar binnen, en Juan volgde. "Het is Mary!" Zei Richardo opgelucht, maar aan de andere kant ongerust. Juan had al een bos sleutels te pakken, waarschijnlijk van alle cellen in het krakkemikkig gebouwtje, en probeerde ze een voor een uit op Mary's celdeur, tot deze openging. Mary werd door Richardo omhooggehesen, en op een stoffig krukje gezet. Opeens hoorden ze voetstappen. "Wat mot dat?" Hoorde ze een stem grommen. Juan sprong op, en gaf de man een harde klap. "We hoorden dat hier een slaapfeestje werd gehouden.." En opnieuw sloeg hij de vent, totdat die neerviel. "Waarom nodigde je ons dan ook niet uit?" Vroeg hij daarna droog.
"Op zoek naar Jamie nu.." Zei Juan snel, terwijl hij vast vooruit rende, met Mary en Richardo daarna erachteraan.
Jamie keek om zich heen, ze hoorde vanalles. Ook voetstappen, Matt kwam uit het donker tevoorschijn. Jamie snakte even naar adem, maar keek hem daarna kwaad aan. "Jamie.. Lang niet gezien hè?" Lachte Matt droogjes. "Je hebt je kans al gehad Matt.. Verrader.." Gromde Jamie pissig. "Iedereen verdiend een tweede kans toch?"
"Jij valt niet onder 'Iedereen'" Snauwde Jamie droog. Matt grijnsde. "Laat me nu gaan Matt.. Je bereikt hier niks mee." Zei Jamie dom. Opeens begon Matt Jamie te zoenen, dat gaf Jamie de kans hem een kopstoot te geven, en die kans pakte ze. Matt viel op de grond, met een soort van hersenpudding, en Jamie begon te schreeuwen om hulp.
Juan rende op het geschreeuw af, en na een tijdje zag hij Jamie, vastgebonden en al. Hij haalde de sleutels tevoorschijn, en maakte de boel los. Jamie viel in zijn armen, en slaakte een zucht van opluchting. Grijnzend keek ze over Juans schouder neer op Matt, en daarna naar Mary. Rustig liepen ze met zijn allen terug naar het schip, het was laat, en iedereen was moe.